Pukkelpop 2022 (Festivaldag 3): Lekker blijven hangen

2022-08-26 23:07:48 By : Mr. Ray Zhao

Het was mooi weer op de zaterdag, zo mooi dat de organisatie tegen de avond zelfs het bordje uitverkocht mocht bovenhalen. De line-up was dan ook niet min met heel wat postpunkbands in de kleinere tenten, commerciële acts op de grotere podia en dan nog eens sterke headliners op alle podia. Wie kwam om te dansen, kwam ook aan zijn trekken en zo kon je eigenlijk niet anders dan als muziekliefhebber je zaterdag spenderen op Pukkelpop. Ook wij waren er weer bij en zagen fenomenale sets van Little Simz en Dave, maar evengoed Viagra Boys en shame imponeerden zoals niemand anders dat kan. Er was kortom weer heel wat de moeite, maar zoals steeds stonden er ook enkele mindere acts. En dat moeten we er altijd bijnemen.

Ondanks de zeer onzekere tijden in Oekraïne maakte Go_A gisteren voor de tweede keer deze zomer zijn opwachting in ons land. Het viertal groeide de afgelopen maanden nog meer uit tot een muzikaal symbool van weerstand tegen de gruwel die hun land en de bewoners wordt aangedaan. Het was dus een optreden met een zekere emotionele lading, waar klaarblijkelijk heel wat Pukkelpoppers bij wilden zijn. Beginnen deden ze meteen met hun grootste succes “SHUM” en dat zorgde letterlijk en figuurlijk voor een enorme volkstoeloop. De Marquee stond vol en het belangrijkste: het ijs met het publiek was in de eerste minuten gebroken. Ook al was de rest van hun discografie iets minder gekend, iedereen bleef vlotjes meedoen en groeide de sympathie voor het viertal. Op het einde haalden ze de alternatieve versie van de “SHUM” nog eens boven en riepen ze op om gezamenlijk in een kringetje te gaan dansen. Bij het laatste refrein kon er zelfs nog een sitdown vanaf, waarmee de Marquee rond het middaguur definitief in lichterlaaie stond. Go_A was de ideale groep om de vermoeidheid van de eerste festivaldagen overboord te gooien.

Go_A staat de komende weken nog in De Casino in Sint-Niklaas (6 september) en in Het Depot in Leuven (9 september).

Dat Pukkelpop zich voor een groot deel van zijn boekingen focust op wat er populair is bij de jeugd, werd rond zaterdagmiddag nog maar eens duidelijk. Cristian D maakt deel uit van de recentste Nederlandse lichting rappers (genre Boef en Lil Kleine), al heeft Emanuel Doru, zoals de man echt heet, wel een extra ruggensteuntje. Zo is zijn muziek immens populair op TikTok en werkt hij samen met bekende producer Jack $hirak. Dat zegt iedereen ouder dan achttien waarschijnlijk bitter weinig, maar enkele jonge enthousiastelingen vonden toch al vroeg de weg naar de Dance Hall voor een halfuurtje Cristian D. Achteraf gezien dertig minuten slaap die we nooit meer zouden terugzien.

De dj die de boel opwarmde – een onbegrijpelijk fenomeen, nog steeds – kreeg een aardig volgelopen Dance Hall al in de sfeer met de nieuwste Nederlandse bagger en “Macarena”, waardoor ongeveer twee derde van Cristians halfuurtje eigenlijk ook gewoon volledig onbenut bleef. Dat was al een hekelpunt, zeker als je weet dat die dj al redelijk snel door de mand viel gezien het volk, geloof het of niet, die rapper graag ook effectief wilde zien. Toen ons werd gevraagd of we wakker waren en de Dance Hall reageerde met wat handjes, leek ons toch eindelijk het moment daar om Cristian D te zien. Maar helaas, na een kwartier nog steeds geen spoor van de man. Je zou er maar eens voor uit je tent gekropen zijn. En toen, eindelijk, na twintig(!) minuten was hij er dan toch. Alle handjes gingen meteen de lucht in, maar het publiek moest het wederom gewoon zelf doen. De rapper riep af en toe wat woordjes over zijn van Spotify afgespeelde nummers, startte een ‘eeh-ooh’-momentje en spurtte wat heen en weer, maar had het geluk dat iedereen zijn muziek klaarblijkelijk van voor tot achter mee kon brullen. ‘Wie in de zaal is er gekomen voor mij’, riep hij egotrippend, waarna hij het woord ‘begrijpte’ onironisch zong in “Buckitlist” (een nummer van Bizzey waarop Cristian D ook te horen is). Dat de man ‘één, twee, drie, vier meisjes aan zijn zij’ heeft kunnen we begrijpen, want klaarblijkelijk is het erbarmelijk gesteld met de muzieksmaak van de jeugd (de gemiddelde leeftijd lag tussen de zestien en achttien, testte Cristian zelf). Wie op dag drie dus nog geen diarree had van de curryworsten en de Cara Pils, had dat na die kleine tien minuten Cristian D ongetwijfeld. Of gewoon een leuke tijd, maar dat is klaarblijkelijk subjectief. Of er kwalitatief gezien nog iemand slechter zou doen, is nog maar de vraag.

Cristian D staat op 10 september nog op Sunset Festival in Gierle.

Nog geen vijf minuten nadat Limp Bizkit op zijn sociale media aankondigde dat Fred Durst kampte met mentale problemen en de show op Pukkelpop geschrapt werd, ging de naam Bizkit Park viraal. Dat ontging ook de festivalorganisatie niet die een paar dagen later de coverband boekte. Bizkit Park is daarentegen geen volledige Limp Bizkit-coverband. De Antwerpenaren gooien het over een andere boeg en presenteren zich als een tributeband aan het nu metalgenre an sich. Strak in zwartgouden Adidas-pakken bracht het vijftal een nostalgische medley bestaande uit hits van Korn, Limp Bizkit, Linkin Park, Papa Roach, System of a Down en… Slipknot. Juist, ongeveer twaalf uur nadat de gemaskerde bende Pukkelpop uitwuifde, hoorden we opnieuw “Before I Forget”, Psychosocial” en “Wait and Bleed”, hetzij in een serieus afgeslankte versie. Als noodoplossing – zoek maar een gelijkaardige vervanger voor Limp Bizkit – was Bizkit Park een fijn tussendoortje, maar laat dit ondanks de goede sfeer geen voorbode zijn van coverbands in een dagprogramma.

Bizkit Park staat de komende weken nog op Oudlander Festival in Alveringem (27 augustus), op Paapelrock in Pijpelheide (3 september), op Rock Beats Cancer in Ledegem (17 september), op ManiFiesta in Oostende (18 september), op Hard Rock Fest in Avelgem (8 oktober) en op Heaven’s Door Revival in Meulebeke (29 oktober).

De Club werd zaterdag wederom geopend door een band van eigen bodem; meer bepaald uit het West-Vlaamse Zwevegem: Mooneye. De band rond frontman en bezieler Michiel Libberecht bracht een klein jaar geleden eindelijk debuutplaat Big Enough uit en speelde zo nog meer shows in binnen- en buitenland. Toch was het pas voor het eerst dat de jongeman met zijn begeleidingsband richting Kiewit trok, om de vroege vogels te trakteren op de betere indierock.

Samen met zijn vierkoppige band trok Mooneye zeker al wat volk, en het kon zeker smaken wat de man bracht. De rust en idylle in de nummers werd zo nu en dan bijvoorbeeld doorbroken met een fonkelende solo op de elektrische gitaar en natuurlijk is er ook nog altijd het herkenbare stemgeluid van Libberecht. Het zorgde alles opgeteld voor een vol en gezellig klankgeheel dat ergens halverwege de set al naar een hoger niveautje werd gebracht door “Thinking About Leaving”. Geknik, wat geklap en blije gezichten, meer moest dat rond de middag niet zijn. Het nieuwe “Changing” liet ons meewiegen, om dan open te breken in een grootse indierockballad en ook “Bright Lights” flakkerde als een schattig lichtje. Dat er bij die laatste ook al werd meegezongen, werkte op de gemoedstoestand van zowel de band als het publiek, gezien er vlotjes werd meegeklapt achteraf. Met het beklijvende “Fix The Heater” als afsluiter bezorgde Mooneye ons zowaar nog een tikkeltje kippenvel in het oventje dat de Club heette. De West-Vlamingen mogen met andere woorden terugkijken op een leuke set, die voor velen hoogstwaarschijnlijk de ideale manier om de dag te beginnen betekende.

Mooneye staat op 18 november nog op Marca Boutique in Maarkedal.

We hebben de herinneringen van het hoogtepunt van de coronapandemie allemaal misschien een beetje verdrukt, maar het is nog niet zo heel lang geleden dat we geteisterd werden door de ene lockdown na de andere. Die lockdowns konden voor sommigen echter wel iets van enige positiviteit bieden: in die periode groeiden veel artiesten uit van onbekende namen tot internetsensaties door apps als TikTok. Dit geldt dan ook voor de Britse Mimi Webb, die ondertussen de fase van zo’n internetsensatie wel een beetje is ontgroeid en gezien kan worden als een grote popbelofte, zoals ze eerder bewees in de Botanique.

De zangeres mocht dit gisteren opnieuw proberen in de Dance Hall, maar wist niet dat ze niet in Brussel speelde. ‘I’m so happy to be back in Brussels’, riep ze vol overgave, resulterend in verwarde blikken bij het publiek dat voornamelijk uit tienermeisjes bestond. Dat mocht de pret niet drukken, want Mimi Webb bracht een sterk popoptreden. Haar stem was ongelooflijk zuiver en haar energie precies goed om de gemoedelijke Dance Hall mee te krijgen. Vooral tijdens haar cover van The Kid LAROI’s “Stay” en eigen hits “House On Fire” en “Good Without” werd er luidkeels meegezongen. Ze liet zien dat het met haar topografie nog niet zo goed gesteld is, maar dat ze het perfecte tieneridool is en wel degelijk een goed showtje kan neerzetten. Wie echter op zoek was naar iets meer diepgaand en meer volwassen, had beter elders kunnen kijken. 

Het verhaal van IBE is op zich redelijk opvallend te noemen. De jonge Limburger won The Voice van Vlaanderen, bracht een paar goed onthaalde singles uit en verdween dan bijna twee jaar uit de schijnwerpers. Ondertussen is hij alweer terug met een paar nieuwe nummertjes en een drastische koerswijziging, maar die comeback bleef vooralsnog redelijk onder de radar. Zijn plekje op de affiche van Pukkelpop leek dan ook een beetje vreemd, al bewees hij in de Marquee dat deze nieuwe IBE 2.0 er ook wel mag zijn.

Dat Ibe Wuyts niet meer het mannetje achter zijn piano is, werd al snel duidelijk. De jongeman laat zich tegenwoordig omringen door een driekoppige band (waaronder Aram Santy van o.a. Sweats en Ruben Vanhoutte van o.a. Tamino) en dat heeft wel een effect. Toch was het vooral de stem van de Limburger die centraal stond in het geheel, want terwijl hij achter zijn piano zat, haalde hij met “Perfect Storm” en “Control” toch al een paar keer mooi uit. Dat kon een voorzichtig vollopende Marquee zeker smaken, want zo nu en dan weergalmde er wat applaus en gejuich door de nummers heen. Toch had IBE ook heel wat nieuwe nummers voor te stellen, waarbij de genrekloof er voor het eerst door kwam. Iets meer pop, maar daarom niet minder leuk. Bij debuut “Table of Fools” hoefde hij het refrein bijvoorbeeld niet eens te zingen en werd achteraf zijn naam ook nog eens volmondig gescandeerd. Ondanks dat nieuwe nummers als “Sweet Love” en “Dumb” dus wel een ietwat andere richting uitgaan, gingen ze live toch mooi op in het geheel. Het nadeel is dan natuurlijk ook, dat niemand die onuitgebrachte nummers kent, waardoor de sfeer middenin ook toch wat inzakte. IBE toonde ons daarentegen wel dat het, eenmaal dat album verschijnt, ook wel effectief goed lijkt te komen. Een leuk uurtje dus met de Genkenaar, die menig hartje sneller deed slaan.

Exact twintig jaar geleden speelde .calibre op het hoofdpodium van Pukkelpop. De Belgische nu metalsensatie was binnen het genre een fenomeen dat het niet zo lang volhield. Onder de naam killthelogo pikten zanger Daniel Mies en gitarist Niko Poortmans de draad terug op. Vorig jaar releasete de groep Reset en was ze sterk aanwezig op de Belgische festivals. Het leek er heel even op dat killthelogo zou spelen voor vijf man en een paardenkop. Eens Bizkit Park zijn set eindigde, vonden liefhebbers van het zware genre toch nog gemakkelijk hun weg naar de Backyard. Het duurde desondanks even vooraleer het publiek zich liet inpakken door het recentere werk. Hoe bitsig nummers als “Taxes”, “Iconoclast” en “Fuck Your Data” ook moge zijn, een revolutie ontketenen deden ze niet. Opnieuw waren het de tracks uit de .calibre-periode die de band en het publiek verenigden.

Dat de Nederlandse hiphopscene al enkele jaren floreert, valt af te leiden uit miljoenen streamingcijfers en de groei van Topnotch, hét hiphoplabel van de Lage Landen bij uitstek. Francis Edusei alias Frenna verwierf eerst bekendheid bij de Haagse rapgroep Strictly Family Business (SFB), maar helemaal in z’n eentje gaat het hem ook voor de wind. Om dat te bevestigen viel hij op Pukkelpop te bewonderen onder het concept ‘Frenna Deluxe’. Hoewel zijn poppy muziek totaal niet onze meug is, wist hij voor zijn publiek, dat voornamelijk bestond uit enthousiaste tieners, een zomers feestje te bouwen. Het hoofdpodium van Pukkelpop is evenwel geen club in Ibiza, dus werd er werk gemaakt van een beetje vuurwerk en een volledige liveband. Dit alles maakte zijn set toch enigszins charmant.

Waar de dag redelijk bewolkt begon, kwam de zon er volledig door tijdens de show van Al-Qasar. Dat is ook logisch, want de Franse band met leden uit de Verenigde Staten, Marokko en Algerije bracht een zwoele mix van psychedelische rock met Arabische invloeden. Het is heel moeilijk om het daar niet warm van te krijgen en dus was de Club aardig gevuld voor de exotische muziek van het viertal. De frontman kwam tijdens het eerste nummer nog niet echt piepen en dus moesten we het doen met een instrumentale intro. Die klonk al meteen veelbelovend met lekkere grooves en melodieën waar we moeilijk stil op konden blijven staan. Al snel escaleerde het van zodra de zanger het podium opkwam. De man kwam met een zwart gewaad op en zijn Arabische vocals gaven het geheel allemaal een ietwat meer bezwerende sfeer. Al-Qasar had zijn set ook aardig ingedeeld waardoor we hoe langer hoe meer konden dansen. Zeker toen de fez werd bovengehaald gingen de temperaturen de lucht in. Op het eind was de energie niet meer in toom te houden en werden we allemaal één met de Arabische vibes. As-salamu alaykum.

Een belletje doet Kamal. vooralsnog niet meteen rinkelen, maar als Billie Eilish een van je grootste fans is, dan zal het ongetwijfeld niet meer lang duren voor de doorbraak volgt. De jonge Brit maakt in elk geval de reputatie van Londen op vlak van r&b- en soultalenten helemaal waar, want met slechts een handjevol singles op zijn palmares wist de 19-jarige al miljoenen streams te verzamelen. Dat het een aangename kennismaking zou worden in de Castello stond met andere woorden in de sterren geschreven.

De bedoeling van Kamal. werd al snel duidelijk: van de tent zijn slaapkamer maken. Met enkel een gitarist en zijn charmante stem wist hij de grote Castello opvallend klein en schattig te houden. Dat niemand zijn nummers echt kende, maakte op zich ook niet uit. Het was dus vooral de sfeer die centraal stond bij de jonge Brit, wat op zich wel te begrijpen viel, maar na een kwartier uit hetzelfde vaatje te blijven tappen, sloeg de verveling toch een beetje toe. Slecht was het daarentegen nooit, want het zeemzoete stemgeluid van de man wist ons bij momenten zeker te betoveren, alsook werd duidelijk waarom Billie Eilish zijn muziek wel kan smaken. Zoals gezegd was drie kwartier eigenlijk iets te veel van het goede, al zijn we er wel zeker van dat Kamal. voor velen een ontdekkinkje was. Dat eerder in de zin van de ideale muziek om mee op bed te liggen of naar de sterren te kijken. “little pieces” was voor dat laatste misschien het beste voorbeeld, gezien die sterretjes haast voelbaar waren. Voor iedereen die nog maar net uit zijn tentje kwam gekropen was Kamal. dus de ideale manier om rustig wakker te worden, maar voor anderen misschien zelfs een manier om alle opgebouwde energie alweer kwijt te spelen.

Dat er in de Backyard interessante ontdekkingen te bewonderen waren, bewees het Schotse Vukovi. Wat ooit begon als een vijfkoppig rockbandje is nu een duo dat de omkeer maakte naar een hybride vorm van elektropunk. Zangeres Janine Shilstone was geen katje om zonder handschoenen vast te pakken. De struise blondine wist onmiddellijk wat voor vlees ze in de kuip had en speelde daar gemakshalve op in. Zonder blikken of blozen nam ze de smartphone van een fan ter hand om op het podium selfies te nemen en de show wat te filmen. En wanneer ze vroeg om de pit open te trekken, kreeg ze haar zin. Het was voor Vukovi bovendien de eerste festivalshow op Europese bodem, maar daar viel niet veel van te merken. De overige twee bandleden speelden ook zelfverzekerd en waren goed op elkaar afgestemd zodat Hilstone haar ding kon blijven doen. Van Vukovi hebben we het laatste dus nog niet gezien.

De zaterdag werd in de Dance Hall wellicht een beetje gedomineerd door muzikanten die hun doorbraak te danken hadden aan TikTok. Ook de Amerikaanse singer-songwriter Tai Verdes is er zo eentje, en hij mocht zichzelf bewijzen in Kiewit. Toen Verdes opkwam op een wat verveelde wijze, waren we echter een klein beetje huiverig, maar gelukkig was dat onderdeel van de act. Het charisma droop namelijk van de man af, waardoor zijn pogingen om de interactie met het publiek aan te gaan ongelooflijk succesvol waren. In de Dance Hall zette hij samen met een talentvolle band een hele plezante liveshow neer. Zijn fijne, poppy nummers kwamen uitstekend uit de verf op deze zonnige middag. Voornamelijk de TikTok-hit “Stuck In The Middle” en het opbeurende “A-O-K” deden het goed bij de aanwezigen. Tai Verdes zei aan het begin van zijn set dat hij hoopte een reden te krijgen om later terug naar Kiewit te komen, en wij vermoeden én hopen dat hij dat nu heeft gekregen. 

Dat TikTok een alsmaar grotere rol zal spelen in de muziekindustrie, wordt op een festival als Pukkelpop nog net dat tikkeltje duidelijker. Zelfs als je nog nooit van GAYLE had gehoord, ken je bijvoorbeeld ongetwijfeld haar muziek. Zo leerde ze de swipende jeugd bijvoorbeeld het alfabet met “abcdefu” en wordt ze sindsdien gezien als een popster in wording. Misschien een beetje kort door de bocht, maar in de Marquee bewees ze wel degelijk dat ze iets extra’s heeft.

Dat de zangeres het wel degelijk groter ziet, werd meteen duidelijk aan het feit dat ze een extreem energieke drummer en gitarist had meegebracht, alsook dat ze er zelf een ferme lap op gaf met haar gitaarspel. Dat zowat alle handjes de lucht in gingen toen GAYLE vroeg wie er jonger dan 25 jaar was, verbaasde ons verre van. Dat de Amerikaanse naast die ene, haast irritant geworden oorwurm, wel nog een aantal sterke nummers bracht daarentegen wel. Het was een fijne mix van poprock en -punk die ze ons voorschotelde, al werd al snel duidelijk dat de Marquee helaas gewoon te wachten stond op “abcdefu”. Wij konden daarentegen wel genieten van “ur just horny” en een reeks onuitgebracht materiaal. ‘Het was altijd mijn droom om mijn muziek voor mensen te zingen, maar toen was er de pandemie’, zei de Amerikaanse zichtbaar dankbaar dat de Marquee toch aardig vol stond. We zouden daardoor haast vergeten dat ze pas achttien jaar is. Bij “kiddie pool” kwam de tent toch wat los door mee te zwaaien en was er heel wat gejuich tijdens de uithalen in haar cover van Joan Jett & the Blackhearts’ “Bad Reputation”. Natuurlijk ontplofte de bom pas helemaal bij afsluiter “abcdefu”, waardoor GAYLE ook definitief bewees dat ze geen eendagsvliegje is. De eerste passage van de Amerikaanse op Belgische bodem was alvast bijzonder plezant.

Als Alan McGee (ontdekker van Oasis) fan is van een band, dan hou je die beter in de gaten. De Ieren van The Clockworks mochten we dus aanschouwen in de Lift en er leek al meteen heel wat volk even nieuwsgierig. De jonkies speelden vol energie en lieten geen spaander heel van de zaal. Voor de gelegenheid was de band met zijn vijven en dat was te wijten aan het feit dat de vaste gitarist zijn arm had gebroken. Hij was er wel, maar gebruikte enkel zijn andere arm om een tamboerijn te gebruiken. Het gaf wel wat extra energie waardoor hij ook een trek meehad van zijn landgenoot van Fontaines D.C. Met songs als “Enough is Never Enough” en “Can I Speak To A Manager?” bleek de band ook catchy nummers te hebben om een groot publiek te bespelen. Muzikaal houden ze het midden tussen een streepje postpunk en aanstekelijke Britpop. Conclusie: de band blijkt wel echt veel potentieel te hebben en kan met een furieuze energieke set heel wat zieltjes winnen.

Waar De Staat bij onze Noorderburen al enige tijd hoge toppen scheert, lijkt de doorbraak in België er nu ook eindelijk van te komen. De band rond Torre Florim verdiende zijn strepen bijvoorbeeld al als voorprogramma van Muse, maar staat eigenlijk vooral bekend om zijn intense en energieke liveshows. Dat er met regelmaat nieuwe muziek verschijnt, lijkt de show dan ook fris te houden, waardoor de Nederlanders van een sterke doortocht op de Main Stage konden spreken.

Vlakke zon of niet, Florim en zijn band stonden ook gisteren gewoon weer strak in het pak op het podium. Het geeft toch altijd een zekere cool aan de performance, zeker als je ook nog eens voor een gigantisch LED-scherm speelt. De dansbare rock van de Nederlanders kwam bijgevolg ook alsmaar grootser binnen. Echt veel volk was er weliswaar niet, maar met “Peptalk” kwam de sfeer er toch weer wat meer in en ook het groovy “Input Source Select” bracht het voorste vak in beweging. De anders o zo stoïcijnse frontman kreeg het er zelfs even emotioneel moeilijk van. ‘Wees gewoon jezelf’, zei hij voordat de handjes op “Who’s Gonna Be The GOAT?” de lucht in gingen. Het bleek het duwtje dat de band nodig had om het hek van de dam te halen, want met “Make Way For The Passenger” werd er zelfs gemosht. Van rustiger aan doen was er daarna geen sprake meer, gezien “Pikachu” de temperatuur nog wat opdreef. Stil staan was geen optie meer: ‘Wij zijn De Staat en u mag dansen’ waren de woorden waarmee “Mona Lisa” werd ingeleid. “Head On The Block” en natuurlijk afsluitend duo “KITTY KITTY” en “Witch Doctor” waren de laatste uppercuts van een energieke alsook ietwat emotionele show. Eentje die nog even zal blijven nazinderen voor iedereen die in de voorste regionen stond, zoveel is zeker.

Twee dagen voor het festival werd STAKE opgeroepen om gedeeltelijk het gat opvullen dat Starcrawler, St. Panther en Hot Milk nalieten. Ondanks dat de groep een van zijn meest drukste festivalzomers ooit beleeft, ging ze in op het aanbod om de stellingen van de Club eens te komen testen. In zijn oranje overall was frontman Brent Vanneste veeleer een bouwvakker die met zijn sloophamer de boel tot de laatste steen kapot zou vegen. De mosh- en circlepits werden telkens groter en meedogenlozer. Op een goedkope luchtmatras voer Vanneste over een tsunami aan zweterige lichamen. Onze trommelvliezen zijn veel gewoon, maar de geluidsmuur die STAKE optrok, was in deze setting een ander paar mouwen. Tijdens “Return of the Kolomon” werd het pas echt duidelijk wat de Wevelgemnaars in hun mars hadden: totale destructie.

STAKE speelt dit najaar nog in het Wilde Westen in Kortijk (3 december), op de Waregemse Metal Days (11 december) en in Trix in Antwerpen (17 december).

Een stevige portie UK Drill, daarvoor zakten we gisteren af naar Headie One in de Dance Hall. We vallen niet graag in herhaling, maar net als bij Cristian D was er een dj met een te groot ego die meende even belangrijk te zijn als de artiest op het podium. Dat was naast heel storend, ook nog eens behoorlijk contraproductief voor de performance van Headie One, die zo al niet om over naar huis te schrijven was. De rapper ratelde namelijk zijn nummers zonder al te veel inzet af en speelde tussendoor zelfs nummers van bevriende artiesten zoals Skepta om er toch wat vuur in te krijgen. Met zijn eigen materiaal lukte hem dat kort voor einde toen hij “Both” bovenhaalde en zijn hypeman wat minder in het middelpunt moest staan. Headie One was met andere woorden een tegenvaller die weinig kon imponeren.

Vrouwen boven in de Backyard. Na Vukovi was het de beurt aan Kills Birds om nog eens lekker ouderwets te rocken. Zangeres Nina Ljeti liet in het begin een wat apathische indruk na, maar naarmate de set vorderde leek ze telkens meer plezier te putten uit de show. Bij momenten was de no-nonsense rock wat eentonig, maar uiteindelijk zat alles wel snor. Het strakke tempo en ruige gitaarpartijen gingen immers voor niets of niemand uit de weg. Op een festival is dat gedurfd, want verstrooiing is overal aanwezig. De mensen die halverwege de set eens kwamen piepen, ging naderhand ook niet weg. Kills Birds maakte kort gezegd een prima beurt.

Arlo Parks heeft ondertussen al een indrukwekkende zomer achter de rug. Zo stond de Engelse in het voorprogramma van Harry Styles en Billie Eilish, en sierde ze het podium van Glastonbury zowel in haar eentje als tijdens de sets van Lorde en Phoebe Bridgers. De veelbelovende singer-songwriter heeft hier flink wat harten mee veroverd en deed gisteren in de Marquee een poging om ook wat nieuwe fans te overtuigen op haar eerste Belgische festival ooit. Of dat helemaal gelukt is, daar twijfelen wij over: het publiek leek weinig geïnteresseerd in Arlo en grote groepen stonden met hun rug naar het podium toe te babbelen. Dit betekent niet dat het een slecht optreden was, verre van zelfs. Arlo klonk loepzuiver en haar uitstekende band tilde haar nummers naar een hoger niveau. Vooral “Too Good” en “Softly”, beiden wat later in de set, klonken in de Marquee nog beter dan op de plaat, gezien het stevige spel van haar band de songs een stuk krachtiger liet overkomen. We hopen dat Arlo zich niets aantrok van de desinteresse in de tent, want een fijne set bood ze ons zeker. Voor een volgend bezoek aan België gunnen we Arlo Parks van harte een publiek dat wel iets om haar geeft. 

De verrassing van de dag kon zomaar Indigo De Souza zijn. De 25-jarige zangeres uit Asheville bracht vorig jaar haar tweede album uit en daarmee op zak mocht ze op een mooi middaguur in de Lift spelen. De zangeres had voor de gelegenheid drie extra bandleden mee, wat ervoor zorgde dat haar muziek veel luider binnenkwam dan we hadden verwacht. Ondanks dat de Lift niet helemaal gevuld raakte, waren de mensen die binnen stonden wel met volle teugen aan het genieten. Er werd meegezongen en tussen iedere song uitgebreid gebruld. De zangeres imponeerde namelijk met een fantastisch stemgeluid, alternatieve rocksounds en heel wat catchy songs. Vooral het heerlijke “Kill Me” dat in het eind helemaal explodeerde, bleef ons bij. En zeker ook het einde, wanneer ze al haar vocale capaciteiten bovenhaalde. Ze was zelf ook heel dankbaar nadien, wat haar enkel nog maar meer credit geeft. Indigo De Souza was een straffe live-artieste die ons sowieso nog even zal bijblijven.

Toen George Ezra in 2014 een monsterhit te pakken had met “Budapest”, verwachtten velen dat hij weer zo’n o ne hit wonder van de andere kant van het kanaal zou zijn. Niets is echter minder waar, want de Brit scoort nog steeds hit na hit en staat daarom, zo’n acht jaar na zijn eerste grote muzikale succes, op de Main Stage van Pukkelpop. Logisch ook: het grasveld stond op deze zonnige namiddag helemaal vol met festivalgangers van alle leeftijden die Ezra in actie wilden zien. Een eendagsvlieg is hij dus niet, maar wel een hartstikke goede artiest met een repertoire dat een ontzettend breed publiek aanspreekt. Al vanaf het eerste lied, “Anyone For You (Tiger Lily)”, at iedereen namelijk al uit zijn handen. En dat bleef de weide een uur lang doen.

Het maakte niet uit of de singer-songwriter zijn meer uptempo nummers als “Pretty Shining People”, “Paradise” of “Green Green Grass” speelde, of wat rustigere songs als “Barcelona” en het mierzoete, maar ontzettend romantische “Hold My Girl”. De hele weide was de volle zestig minuten helemaal mee met George Ezra. Dit was absoluut niet onterecht want de Brit was zeer goed bij stem en had een hele fijne band achter zich staan. Het belangrijkste is misschien wel dat Ezra ontzettend charmant is, een goedlachse knul die zichtbaar geniet en op geen enkele manier zijn bescheidenheid verloren is. Zonder deze eigenschappen was zijn set op de Main Stage nooit zo plezant geweest en was al het volk niet langsgekomen om ’s middags een feestje te bouwen. Afsluiten deed de Engelsman met zijn twee grootste hits, “Budapest” en “Shotgun”, blakend van het zelfvertrouwen en plezier, dat behoorlijk aanstekelijk werkte. Een verrassend goede performance op de Main Stage van George Ezra, eentje waarmee die heeft bewezen nog lang niet van onze muzikale radar te zullen verdwijnen! 

De Ieren van The Murder Capital zijn momenteel volop bezig met de uitrol van hun nieuwe plaat. De naam en de datum moeten we nog krijgen, maar op Pukkelpop kregen we al een aantal nieuwe nummers in primeur. Voor een blitse start grepen ze echter eerst terug naar het openingsduo van hun debuutplaat. Waar “For Everything” nog een ‘gemoedelijke’ binnenkomer was, ging het tijdens “More is Less” toch al wat meer tekeer. The Murder Capital schakelde daarna een paar versnellingen naar beneden, al bleef het wel even beklijvend. “A Thousand Lives” en “Love, Love, Love” grepen je bij de keel, terwijl het bitsige einde van “The Stars” je bij het nekvel te pakken had. De oproep van James McGroven om bij “Don’t Cling to Life” wat actiever te zijn, werd door het publiek opgevolgd en we konden bijgevolg zowaar een paar crowdsurfers spotten. Met het obligatoire “Feeling Fades” begeleide The Murder Capital ons met gebalde vuist naar de uitgang. De Ieren kunnen er wat van, dat werd gisteren nog maar eens duidelijk.

For Those I Love @ Castello

Toen we de Castello binnenkwamen voor For Those I Love, was het nog tamelijk kalm in de tent. We zagen op het podium enkel een scherm en een statief met microfoon staan, waardoor we al wat angst hadden dat wat hier gebracht zou worden niet al te boeiend zou worden. Gelukkig bleek David Balfe uit Dublin de charismatische zanger die we nodig hadden om hier een publiek in te pakken. Zingen kun je het weliswaar niet noemen wat hij deed, want hij bracht vooral een mix van parlando en rap. Dit deed hij op zo’n intense manier dat iedereen die in de tent was aan zijn lippen bleef hangen. De inhoud van zijn teksten zijn dan ook niet min en gaan altijd over de dood van zijn goeie vriend en de gevolgen van drugs. Ook de donkere visuals en desolate sfeer lieten je soms verbijsterd achter. Het pakte je helemaal in en de soms zware beats zorgden zelfs voor een dansbaar extraatje. De tent liep bijgevolg ook helemaal niet leeg, maar mensen bleven met fascinatie staan en zagen een man met zijn hart op de tong.

Als winnares van de prestigieuze BBC Sound of-wedstrijd dit jaar heeft PinkPantheress grote schoenen te vullen. Met onder andere Adele, Sam Smith en Michael Kiwanuka als voorgangers ligt er voor de jonge Britse dus een serieuze lat, al toonde ze met haar debuut-mixtape to hell with it wel al aan dat ze iets speciaals heeft. De verwachtingen waren dus groot toen we richting Dance Hall trokken, maar die werden uiteindelijk ook wel redelijk ingelost.

Na een korte opwarmronde door een dj en MC bracht de Britse meteen het vuur met “Break It Of”. Des te opvallender was de weinig geïnteresseerde uitstraling waarmee PinkPantheress op het podium stond, zeker in vergelijking met haar energieke MC. Het is uiteindelijk ook zeker niet zo dat Pukkelpop de zangeres niet kon boeien, want ze lachte en danste zowat de hele tijd. Ook het gemak waarmee ze haar zachte stem gebruikte, was zeker een pluspunt. De Britten brachten dus een mooie mix van energie (via de MC) en zang, en eens die twee samen kwamen kreeg ze voorste regionen zeker mee in haar verhaal. Met het hitje “Pain” kreeg ze bijvoorbeeld alle gsm’s en het energieniveau de lucht in en ook “Break It Off” bracht sfeer, al werd het nummer tot drie keer toe abrupt opnieuw gestart door technische problemen. Er zaten dus misschien nog iets te veel kinderziektes in de set, al is dat ook begrijpelijk gezien de jonge leeftijd en de onervarenheid van de zangeres. We konden ons bij momenten dan ook niet ontdoen van de gedachte dat ze als een kind gewoon plezier stond te maken op het podium van de Dance Hall. Dat er daarentegen wel zeker potentieel aanwezig was, bewees ze bijvoorbeeld met het nieuwe “Picture in my mind”. PinkPantheress kan dus zeker een icoontje van een nieuwe generatie worden, al is er nog wat werk aan de winkel.

De Marquee veranderde zaterdagavond even in een sprookjesbos, want met AURORA stond het bekendste elfje uit het muzieklandschap op het podium. De Noorse is dankzij TikTok bekender dan ooit tevoren én brengt tegenwoordig muziek uit aan de lopende band. Zo verscheen eerder dit jaar The Gods We Can Touch, maar er kwamen sindsdien alweer een hele hoop singles uit. Haar livereputatie werd dus nog wat meer opgesmukt.

Het podium van de Marquee werd voor de gelegenheid omgetoverd tot het sprookjesbos, met een AURORA en band die daar in lange witte gewaden perfect in opgingen. Met een grote cirkel op het LED-scherm achter haar wist de Noorse de sfeer ook telkens aan te passen aan het nummer. Dan eens oranjegeel, dan eens blauw; de sfeer was opperbest. ‘Het is ons recht om onszelf te zijn’, sprak de zangeres, waardoor alles meteen ook heel veilig en vriendschappelijk aanvoelde. “Cure For Me” ontpopte zich dan ook al snel tot een feestje en de schattige glimlach van de zangeres verraadde vaak dat ze oprecht genoot van het enthousiaste publiek. Dat ontplofte bij “Runaway” voor het eerst echt helemaal, mede dankzij de populariteit op TikTok natuurlijk. Dat maakte de performance op zich daarentegen niet minder goed, want de Deense gaf zich helemaal tijdens het uurtje dat ze mocht vullen. Zowel met enkele vocale uithalen als met haar aandoenlijk gehuppel op blote voeten zoog ze ons mee in haar sprookjeswereld, waarin liefde de enige emotie is. Met “Queendom” kreeg ze de voorste rijen bijvoorbeeld nog eens aan het springen en toen ze dan ook nog eens een regenboogvlag toegeworpen kreeg was het feestje compleet. AURORA tekende in de Marquee dus present voor een leuk zomeravondconcertje, waar zowel de neutrale festivalganger als het TikTok-meisje zich mee amuseerde.

AURORA staat op 4 september in de Ancienne Belgique in Brussel.

cleopatrick behoort zonder enige twijfel tot de meest veelbelovende acts die zich dit weekend in Kiewit laten horen. De indrukwekkende ruige rock van de Canadezen creëert de verwachting dat de band uit zo’n vier à vijf man bestaat. Toch is niets minder waar: cleopatrick is ‘maar’ een duo, bestaande uit jeugdvrienden Ian Fraser en Luke Gruntz.

Eerder dit jaar bewezen de twee in AB Club dat ze minstens even sterk zijn als acts die meer koppen tellen. Gisteren mocht cleopatrick in de Backyard opnieuw het Belgische publiek ervan overtuigen dat het de stempel van ‘enorme rockbelofte’ volledig verdient. We kunnen er veel doekjes om winden, of het net heel simpel zeggen: de Canadezen toonden vol overgave dat die titel absoluut terecht is. cleopatrick speelde een steengoede en strakke set, waarmee de band ongetwijfeld een hele hoop nieuwe fans binnenhaalde. De energie van het tweetal werkte ongelooflijk aanstekelijk, vooral tijdens “FAMILY VAN”, “youth” en “hometown”. Er zou iets sterk mis moeten lopen voor de heren van cleopatrick als ze de komende jaren geen grotere podia boeken. In de Backyard bewezen ze dat meer dan waard te zijn. 

Dat postpunk niet altijd uit het Verenigd Koninkrijk hoeft te komen, mocht Geese uit New York bewijzen. De jonkies brachten vorig jaar debuutalbum Projector uit, maar konden dat nu pas komen voorstellen op een Belgisch festival. Gelukkig waren ze het wachten waard, want al van bij het begin konden we de muzikaliteit voelen bij het zestal. Met een stevige opener werden we meteen met de neus op de feiten gedrukt: hier zou een beloftevolle band bewijzen hoe goed ze hun instrument beheersen. De postpunk was er met invloeden vanuit het psychedelische genre en zelfs kraut was nooit ver weg. Zowel de gitaristen als de toetsenisten hadden hun bijdrage en songs als “Disco” kregen live dat tikkeltje extra doordat er hier en daar een jam of extra outro aan werd toegevoegd. Op die manier was de show van Geese op Pukkelpop ook een heuse ervaring. Je zag het ook aan de tent die langzaam maar zeker vol liep. We hoorden bij momenten invloeden van The Strokes, maar Geese lijkt vooral een eigenwijze weg te gaan waarbij chaos en dynamiek centraal staan.

De ongekroonde koningen van de Nederlandse hiphop zijn terug van nooit weggeweest te zijn. The Opposites bereikten in 2009 zijn piekmoment met “Broodje Bakpao”, maar blijft tot de verbeelding van de jeugd spreken. Voor het eerst in het weekend liep de Boiler Room leeg richting Main Stage. Nu weten we weer waarom een groot podium op Pukkelpop geen overbodige luxe is. Zo’n gigantische mensenmassa zou in een tent enkel voor opstopping en frustraties zorgen. Willy Wartaal en Big2 hadden goed door hoe gigantisch hun publiek was, en waarschuwden bij voorbaat dat wie niet graag mosht, best de zijkanten opzoekt. De pompende hardcorebeats en sample van The Prodigy’s “Smack My Bitch Up” lieten de wei overkoken. Niet enkel de capaciteit van de Boiler Room verhuisde naar zonnigere oorden. Dit was ook het geval voor de vibe die de danstempel typeert in de late uurtjes.

Dat shame de Club zou slopen, stond in de sterren geschreven. De laatste keer dat de band op Pukkelpop speelde, was in 2017 nog voor ze enig album uithad. Nu staat de groep veel verder en dus wilde ze maar al te graag bewijzen dat ze haar plekje nog steeds verdient. Dat werd al duidelijk toen de mannen in de Club ook heel wat nieuwe songs speelden. Ook deze werden door het publiek als zoete broodjes ontvangen en dus kon de set van shame niet missen. Het waren weliswaar de klassiekers die van het publiek een briesende massa maakten die alles wilde kapotmaken. Zo was tweede song “Alphabet” goed voor een eerste moshpit en daarna verdween de energie nog maar één keer uit de set om iedereen genoeg ademruimte te geven. Nummers als “Concrete” en “Water in the Well” lieten de zaal beuken en ook de band was duidelijk in form. Frontman Charlie Steen was meer in het publiek te vinden dan op het podium en ook de bassist liet zijn stappenteller overuren draaien. We kunnen shame in de Club dus samenvatten als wederom een geweldige show vol energie, zoals we de band ondertussen al kennen.

Eens om de zoveel tijd duikt er een artiest op waarvan we ons afvragen waarom deze nog steeds geen grote doorbraak gehad heeft. Een goed voorbeeld hiervan is Tkay Maidza. De in Zimbabwe geboren, maar in Australië opgegroeide singer-songwriter en rapper is namelijk al een paar jaar bezig aan haar opmars, maar die spectaculaire doorbraak blijft nog een beetje uit. Met het sterke Last Year Was Weird, Vol. 3 van vorig jaar kreeg Tkay er al wat nieuwe fans bij, en het is te hopen dat ze dit in de Castello heeft voortgezet. Voor ze zelf opkwam, deed haar hypeman een trieste poging om het publiek warm te krijgen. Die kreeg echter de tent niet mee aangezien iedereen wachtte op Tkay zelf. Wanneer ze opkwam werd ze lauwwarm ontvangen door de paar aanwezigen in de Castello, waar het geluid zo slecht was dat we het eigenlijk snel voor bekeken hielden. Zelfs nummers als “Grasshopper” en de AlunaGeorge-ripoff “24k” dat op de plaat ontzettend lekker is, klonken in de Castello ronduit slecht door een verschrikkelijke akoestiek en slechte geluidsmix. Zonde dus, maar langer dan de eerste drie liedjes trokken we het niet. 

24kGoldn wil geen rapper zijn en toch was hij gisteren exact dat. De band waarmee hij door de Verenigde Staten tourde, liet hij voor zijn eerste Europese optredens thuis en dat was best wel jammer. De nummers die hij uit zijn debuutalbum El Dorado bracht hadden namelijk wel wat extra peper kunnen gebruiken. Gisteren klonken ze vaak net iets te eentonig en dan hebben we het ook nog niet eens gehad over de matige vocalmix. Al bij opener “Valentino” stond zijn microfoon zodanig dof afgestemd dat we maar moeilijk konden verstaan wat hij zong. En dat terwijl er best wel nog een goede zanger in hem verscholen zit. Dat toonde hij onder meer op het onuitgebrachte “Mistakes” waar hij zich voor liet begeleiden door een gitarist. Voor opwinding moesten we echter geduld oefenen tot het slot met de gigahit “Mood”, al hadden in de tussentijd al heel wat mensen andere oorden opgezocht. 24kGoldn moet dus nog wat kilometers maken en dan levert hij ongetwijfeld een iets boeiender en coherent optreden af.

De beste hiphopshow van het weekend? Die mag Dave met dikke letters achter zijn naam schrijven. Aan de overzijde van het kanaal is de trotse Londenaar opgestegen tot een geadoreerde muziekroyalty dankzij de meesterwerken PSYCHODRAMA en We’re All Alone in This Together, die elk meervoudig met prestigieuze prijzen werden bekroond. Voor zijn eerste passage op Belgische bodem liet hij niets aan het toeval over met een grootse show waarin hij zowel zijn sentimentele kant (lees: een bloedmooie versie van “Both Sides Of A Smile”) durfde tonen alsook verschroeiend hard durfde uit te halen met onvervalste UK Drill zoals in “Clash”.

Wat Dave gisteren tijdens zijn uur ook deed (solo of met zijn sterke begeleidingsband); het publiek droeg hem op handen. Het beste bewijs daarvan waren de luide ‘Thiago Silva’- spreekkoren die tussen de nummers door opstegen. Niet alleen als rapper scoorde Santan Dave de maximale score, maar ook als muzikant tout court. Achter de piano of met een elektrische gitaar rond zijn schouder; het leverde stuk voor stuk magische momenten op waar de hele tent van kon genieten. Reading & Leeds mogen zich alvast opmaken voor nu al legendarische optredens.

Wanneer we de bio van Palaye Royale bekeken, wisten we dat er heel wat verkeerd kon gaan in de Backyard. De band brengt namelijk poppunk met emo-invloeden en dat kan altijd verschillende kanten uitgaan. Gelukkig bleek het bij Palaye Royale vooral de energieke richting uit te gaan. Dat bleek al snel bij opener “Nightmares”, want de vettige gitaren kwamen op een krachtige manier binnen en dus zeker niet op een te platte wijze. De groep heeft invloeden van My Chemical Romance en lijkt op het podium iets weg te hebben van Måneskin, waardoor het makkelijk is om ze als een kopie te zien. Gelukkig klinken ze live toch meer punky en dat mochten we ook zien in het publiek. Er waren wall of deaths, sitdowns en er werd bij nagenoeg ieder nummer wild in het rond gesprongen. Zelden zagen we zoveel energie in een beperkt gevulde zaal, maar iedereen die er stond, smeet zich wel volledig. Het enige jammere is dat er een cover van “Seven Nation Army” in de setlist sloop, want zo maakten ze van zichzelf toch een klein beetje een gimmick. Gelukkig werd dat ruimschoots gecompenseerd met stevige riffs in songs als “No Love In LA”, “Paranoid” en natuurlijk “Lonely” dat heel lang werd uitgesponnen. De set was zelfs zo rock-‘n-roll dat de zanger op het eind zijn statief volledig aan gort sloeg. Zoveel energie en kracht zonder echt té cringe te worden, zagen we nog niet vaak in de Backyard.

De Lommelse Sahara ligt maar 40 kilometer ver van Kiewit en toch werd er geopteerd om het tropische gevoel van een Nigeriaanse variant binnen te smokkelen op Pukkelpop. Dat Mdou Moctar ooit een Tuareegse adaptie maakte van de film Purple Rain is een feitje waar we je graag aan herinneren. Anders zou Kurt Van Overberghe zijn gedetailleerd opzoekwerk misschien voor niets geweest zijn. Dat terzijde kwam de Nigereese gitaarkoning niet voor een filmbespreking, maar om de Lift van z’n melk te brengen met vingervlugge desert blues. Aan zijn brede glimlach te zien, was Mahamadou Souleymane enorm opgetogen door de talrijke opkomst en spontane publiekinteractie. De dansbenen werden non-stop in beweging gezet, wat ook de band tot het uiterste dreef om zonder te veel pauzes te blijven spelen. Zo werd de linkshandige virtuoos zijn set één lange uitgesponnen jamsessie waar geen speld tussen te krijgen was. Op het einde ontaardde de show in een volksfeest dat nog lang zou nazinderen.

Normaal gelijktijdig met én Viagra Boys én Frank Carter & The Rattlesnakes, maar de smeekbeden van menig gitaarliefhebber werden verhoord: Wet Leg werd verplaatst naar een vroeger uur en naar een grotere tent. De Club werd dus het decor van wat een van de grootste revelaties van de afgelopen maanden was, al kon het duo met de zelfgetitelde debuutplaat niet alle verwachtingen inlossen. Dan maar live de boel afbreken, al viel ook dat redelijk mee. Hits waren er gisteren zeker, maar helaas ook iets te veel opvullertjes.

Dat de hype rond Wet Leg in elk geval nog levende is, was al enkele minuten voor aanvang duidelijk. Het was over de koppen lopen in de Club, maar dat is natuurlijk volledig terecht. ‘3, 2, 1! Let’s begin’, klonk het in “Wet Dream” dat de sfeer meteen goed zette. De muziek staat ook nog steeds in schril contrast met de schattig en ietwat incapabel klinkende stemmetjes van de frontvrouwen tussen de nummers. Afgezien van die ene hit had het begin van de set ook wat voeten in de aarde, gezien de Britten gewoonweg niet genoeg interessant materiaal hebben om een vijftigtal minuten te vullen. “Oh No” bracht gelukkig een verademing, want de hele tent was plots weer mee en klapte gewillig op de beat en ook “Ur Mum” (inclusief schreeuw) surfte mee op die vibe. Toch blijft een concert van Wet Leg eigenlijk redelijk cringe. Dat is waarschijnlijk een bewuste gimmick en het zal menig crowdsurfer ook gewoon een worst wezen, maar het neemt daarnaast ook niet weg dat nummers als “Angelica” en “Chaise Longue” goede festivalhits zijn. Zeker bij die laatste was de sfeer uiterst uitbundig en dus was de doortocht op Pukkelpop geslaagd te noemen.

Wet Leg staat op 4 november in Trix in Antwerpen.

Vol branie aangekondigd door zijn master of ceremony tekende Sean Paul bij voorbaat al voor de meest sexy show op de Main Stage van het hele weekend. De Jamaicaanse superster heeft tijdloze hits bij de vleet, maar bleef serieus hangen in het decadente MTV-tijdperk waarin schaars geklede *kuch* danseressen een statussymbool waren. We raakten zelfs meer opgewonden van een avondje eenzaam te gapen op Chatroulette. Dat konden de aanwezige feestvierders allemaal worst wezen en Sean Paul evenmin, die zijn act volop uitstalde. Om slechts één Europees festival te doen, was de productie meer dan dik in orde. Van dit type artiest loert het ‘Take the money and run’-sentiment nogal snel om de hoek, maar bij hem ebde het stelselmatig weg. We zouden hier een epistel kunnen schrijven over hoe gedateerd alles klonk of tussen uw vrienden een discussie uitlokken of de man wel degelijke live zong. Dat gaan we voor een keer niet doen. Want wie er bij was, wou daar gewoon zijn en had het wellicht naar zijn zin.

Vorig jaar behaalde Little Simz vrijwel ieder eindejaarslijstje met haar praktisch perfecte album Sometimes I Might Be Introvert. De veelzijdige langspeler was een werkelijke masterclass in oprechtheid en een prachtige ode aan kwetsbaarheid die bewees dat de Londense rapper op een ander (lees: veel hoger) niveau speelt dan de rest. De verwachtingen in de Dance Hall waren dus hooggespannen voor Simz, die gisterenavond voor het eerst wat van die plaat liet horen op Belgische bodem.

Wat Little Simz deed in die Dance Hall, was niet zomaar eventjes haar album laten horen en weer door. In een bomvolle tent gaf ze ongetwijfeld een van de allerbeste shows van het weekend, eentje van magistrale klasse. Openen deed ze met het prachtige “Introvert”, dat live nog zoveel beter was dan het op de plaat al is. De bijdrage van haar fantastische band maakte dat het lied nog veel harder bij ons en de rest van de Dance Hall binnenkwam. Het was een opener van jewelste en zorgde ervoor dat we er meteen helemaal in zaten. Het was Simz’ uurtje, dat werd meteen duidelijk, en wij konden niet anders dan onszelf er mee in laten sleuren.

Little Simz bracht haar nummers met een hele flinke dosis bravoure en zelfvertrouwen, en kreeg het volledige publiek mee met haar aanstekelijke energie. Zo werd er hard meegezongen tijdens “Fear No Man”, “Rollin’ Stone”, “Woman” en “I Love You, I Hate You” en transformeerde de tent in een hete dansvloer met “Protect My Energy” en “Point and Kill”. De set afsluiten deed ze met een ontzettend straffe versie van “Venom”, waarmee ze iedereen omver blies. Na ieder nummer ontving Simz een daverend applaus en wat haar misschien wel het meeste sierde, was de oprechtheid en bescheidenheid waarmee ze de waardering in Kiewit in ontvangst nam. Ze was zichtbaar aangeslagen, en in tegenstelling tot bij andere artiesten, voelde haar dankbaarheid meer dan gemeend. We denken echter dat wij juist dankbaar moeten zijn: Little Simz gaf een show van wereldklasse. Ze bewees dat ze op een hele eenzame hoogte staat en dat er eigenlijk bijna niemand in haar buurt komt. Dit is een vrouw op weg naar werelddominatie en wij kunnen niet anders dan haar daarin aanmoedigen.

De Castello baadde in de laatste zonnestralen en vormde daarmee het ideale decor voor Overmono. Het gebroedersduo Russell bracht hun gloednieuwe liveshow mee naar de Kempische Steenweg, waarmee ze in het najaar ook langs de clubs en zalen in Europa trekken. Op Pukkelpop begonnen de Britten nog redelijk rustig, al ging het tempo na het eerste kwartier toch wel serieus de hoogte in. Aan de honderd knoppen werd vlijtig en gedecideerd gedraaid en geschoven met een doel: de mensen aan het dansen krijgen. In dat opzet sloegen ze met bravoure. Meer nog: de Castello vulde zich alsmaar meer naarmate de set vorderde. Visueel hield het duo het overigens redelijk beperkt met wat vertrokken beelden op het LED-scherm. Hoe dan ook bleek Overmono het geschikte duo om de avond op gang te trappen voor de nachtraven.

Overmono staat op 1 november in de Botanique in Brussel.

De hardcorestoners van Clutch lijken al een eeuwigheid mee te gaan, maar weten nog steeds te boeien. De bluesy gitaarriffs waren immers even smeuïg als de portie extra kaas op onze pasta carbonara. Neil Fallon zijn mondharmonolicapartijen waren de ontbrekende tabasco van deze portie vettigheid. Clutch was daarbij geen voer voor mensen die graag uitpakken met de nieuwste snufjes en trends. Het was eerder bedoeld voor liefhebbers van alle curiosa die je tegenkomt in een bruine kroeg: vergeelde foto’s van voetballers, sanseveria’s en de lokale ‘tiep’ die zijn uitkering opsoupeert aan Hasseltse graanjenever. Daar waar Clawfinger gisteren meer neigde naar jeugdsentiment, deed Clutch het concept ‘vintage’ alle eer aan. Op 16 september verschijnt het nieuwe album Sunrise On Slaughter Beach en wat wat daarvan reeds live mochten horen, deed smaken naar meer.

Clutch speelt op 11 december in de Ancienne Belgique.

Voor de meest beruchte one-man-show van de afgelopen jaren moeten we bij Marc Rebillet zijn. De Amerikaanse loopdaddy groeide tijdens de coronapandemie nog meer uit tot een sensatie, en dat met behulp van een goede portie humor en loeiharde beats. In zijn beruchte satijnen kamerjas liep hij energiek de Marquee binnen om even later met een geïmproviseerd Pukkelpop-anthem de feestelijkheden op gang te trappen. Als meester van de improvisatie zocht hij heel vaak de interactie met het publiek om van daaruit nummers on the spot te creëren. Middenweg zat Rebillet wel even in een dipje en kon hij niet helemaal de grote honger van de volle Marquee stillen. Het laatste deel was dan net iets leutiger en vooral harder met een grote rave tot gevolg. Marc Rebillet was feesten met verstand op nul en daar bleek op dag drie klaarblijkelijk een hoge nood aan te zijn.

Marc Rebillet staat op 13 september in La Madeleine in Brussel.

Op een uitverkochte dag kan het al eens gebeuren dat ook kleine tenten sneller vollopen, wat dan ook het geval was bij Yard Act in de Lift. De band mocht er als laatste spelen en dus mochten er al subtiele afbraakwerken gebeuren. Het viertal heeft met James Smith een frontman die door zijn charisma alleen al een volledige zaal kan vullen, maar gelukkig zijn daar nog eens heel wat sterke gitaren bij. De postpunk van Yard Act werd in de Lift erg goed ontvangen, want al van bij het begin had het publiek goesting om eens wild tekeer te gaan. Toch gebeurde dat echter voor het eerst bij “The Overload”, waarna de eerste moshpit een feit was. De band was duidelijk onder de indruk van het wilde publiek en Smith bespeelde het erg makkelijk. Zo was de basintro van “Rich” plots een reden om de tent volop ‘rich rich rich’ te laten roepen en dat werd erg rijkelijk opgevolgd. Nadien bleef het publiek alleen maar intenser meespringen en -dansen, waardoor de show van Yard Act er eentje was vol plezier, maar vooral eentje met goeie stevige postpunksongs met een vettige hoek af.

Muzikale tweelingen komen sowieso al niet vaak voor, laat staan dat ze dan ook nog eens goeie muziek maken. Lisa-Kaindé en Naomi Diaz, oftewel Ibeyi, zijn ondertussen toe aan hun derde langspeler en daarmee lijkt hun populariteit ook nog steeds stilletjes te groeien. Verder dan de middenmoot lijkt het duo weliswaar nooit te geraken, maar een mooie plek in de Club lijkt ze voorlopig wel als gegoten te passen.

Het had zelfs iets vroeger gemogen, want de tent was nog niet voor de helft gevuld voor het duo. Extra jammer was dat de beats van Marc Rebillet met regelmaat roet in het eten gooiden, waardoor het soms moeilijk onderscheiden was welke bas nu van Ibeyi was en welke uit de Marquee kwam. Hoe dan ook stond het geheel er wel, want met twee kubusjes gevormd met TL-lampen met daarin een drummer en pianist klopte het plaatje wel. De zusjes zongen er voor, of kropen zelf achter een synthesizer ernaast, wat dus voor een leuke afwisseling zorgde. Die was er overigens ook in de setlist, want “Lavender & Red Roses” uit de nieuwe plaat werd bijvoorbeeld opgevolgd door “Oya” uit de begindagen. Het waren telkens ook de betoverende stemmen van de zusjes die de hoofdrol speelden, alsook de liefde die ze uitstraalden naar het publiek en elkaar. Het was een roodoranje gloed vol glitters die Ibeyi verspreidde, vol warmte en dansbare ritmes. Misschien iets te veel van hetzelfde, maar als er ietwat meer volk was geweest, had dat ongetwijfeld minder opgevallen. Gelukkig sloeg de sfeer vanop het podium wel over op iedereen die effectief aanwezig was, waardoor ook wij met een glimlach op ons gezicht de nacht in doken.

Ibeyi staat op 6 december in de Ancienne Belgique in Brussel.

Kelly Lee Owens had het nadeel te moeten opboksen tegen Underworld en Tame Impala, toch wel twee giganten in hun genre. Hierdoor moest ze eigenlijk slechts een honderd mensen entertainen in een nagenoeg lege Castello. Ze liet het alleszins niet aan haar hart komen en knalde haar minimalistische techno volop door de tent. Met mooie, dromerige visuals en een bezwerende stem was het alsof we op een hypnose-event waren beland waarbij we even weg van de wereld konden zijn. Het was fijn om zo’n rustmomentje te hebben op het festival, maar we hadden toch ook net iets meer dynamiek verwacht. Daardoor was het ook niet verwonderlijk dat het nooit echt drukker werd en het publiek druppelsgewijs iets boeiendere oorden opzocht. Spannend was haar set wel, maar dan voor in kleine clubs of tenten en niet in een grote tent als deze op dit uur met deze concurrentie.

Met 36 jaar podiumervaring mag Underworld zichzelf ongetwijfeld de legendestatus toekennen. De Britten, die hun populariteit toch ook vooral te danken hebben aan de film Trainspotting, hebben weliswaar al jaren geen nieuwe muziek meer aan hun discografie toegevoegd. Maar ze kunnen door al die jaren aan ervaring wel een gevarieerde setlist samenstellen. Dat de Dance Hall dus tamelijk vol stond was niet zo verrassend, de set van Underworld daarentegen wel.

Het zag er in eerste instantie gewoon al heel cool uit; de manier waarop Karl Hyde in wit hemd bovenop kleurrijke spots staat en zijn persona zo nog meer uitstraling geeft. Daarnaast een half maantje vol synths en andere elektronica, bespeeld door de immer coole Rick Smith. Je moet het Underworld nageven, de mannen hadden stijl. Muzikaal zat het dus meer dan goed en dat werkte ook op het enthousiasme van het publiek, dat op zijn beurt de vonk weer deed overslaan richting het podium. “Two Months Off” zorgde er bijvoorbeeld voor dat de handjes de lucht in gingen en bracht zelfs een Tame Impala-achtige lasershow met zich mee. De vlam zat in de pijp en was niet van plan daaruit te gaan. “S T A R” liet de Dance Hall op zijn grondvesten daveren, en elk nummer dat daarop volgde, voelde aan als een schokgolfje. Hyde leek bij momenten ook bezeten door de muziek, waardoor er alsmaar meer elektriciteit in de lucht kwam te hangen. Wie dacht dat Underworld een uur zou opbouwen richting “Born Slippy .NUXX” had het mis, al neemt dat niet weg dat dat nummer voor de grootste explosie zorgde. Een ding was wel duidelijk: op kwaliteit staat geen houdbaarheidsdatum. Underworld zette de beste prestatie van de dag neer in de Dance Hall en maakte die legendestatus dus helemaal waar.

Ondertussen mogen we voorzichtig al wel concluderen dat er altijd een feestje is, daar waar de mannen van Jungle zich bevinden. Overal waar Josh Lloyd-Watson en Tom McFarland hun voet zetten, ontstaat er een waar dansfestijn waar niemand echt genoeg van kan krijgen. Gisterenavond mochten ze dat proberen in de Marquee. De tent stond stampvol bij aanvang, maar niet per se met mensen die voor Jungle kwamen. Festivalgangers die Charlotte De Witte later op de Main Stage wilden zien, kozen ervoor hun tijd te verdoen in de Marquee. Dat resulteerde in een ongelooflijk onplezant publiek dat iets te sterk onder invloed was van verdovende middelen en alleen maar aan het babbelen was gedurende het grootste deel van de set, want de sfeer in de tent verbeterde pas na drie kwartier toen iedereen de trek naar de Main Stage maakte. Zonde, want dit zorgde ervoor dat we niet optimaal konden genieten van de fantastische show van Jungle.

Niet alleen waren er indrukwekkende lichteffecten, maar barstte het duo, inclusief fantastische band, van een hele positieve energie. Er werd ontzettend strak gespeeld en bepaalde nummers kwamen live veel beter uit de verf dan dat ze op de plaat doen. “Truth” was hier een goed voorbeeld van, maar ook “Time” bleek ook erg lekker live te zijn. Het laatste lied dat de heren brachten, “Busy Earnin’”, was een hele goede afsluiter, vooral omdat de ambiance in de Marquee toen aanzienlijk verbeterd was. Op de show zelf hebben we dus vrij weinig aan te merken, want Jungle bewees hiermee maar eens weer op grote hoogten te spelen. De situatie in de Marquee zelf maakte het voor ons gewoon moeilijk om onszelf er volledig aan over te geven, en we gunnen Jungle het niet om ooit nog in zo’n ondankbare setting te spelen als deze.

Dat er anno 2022 gigantisch veel punkbands zijn, staat al een tijdje als een paal boven water. Er zijn er echter weinig die het genre zo hard uitstralen als Viagra Boys. De Zweden klinken niet alleen vettig, ze zien er dus ook nog eens zo uit. Laat dat nu net de reden zijn waarom de liveshows van de band zo memorabel zijn. Moshen, brullen en gewoon keihard gaan: Viagra Boys als Club-headliner beloofde er eentje voor in de geschiedenisboeken te worden. Of toch zeker in het boek van deze editie.

Een dikke winterjas, inclusief kap op zijn hoofd. Zo stond frontman Sebastian Murphy ongeveer een halve minuut op het podium, want tegen het eerste refrein van “Research Chemicals” pronkten de honderden tattoos op de blote bast van de frontman al in vol ornaat. Wat volgde was te vergelijken met een uur lang met beide voeten op het gaspedaal gaan staan. Een set van Viagra Boys bestaat dan ook niet uit hoogtepunten, het geheel is er gewoon eentje op zich. De moshpit sloot bijvoorbeeld op geen enkel moment en met regelmaat vlogen er verschillende mensen door de lucht. “Ain’t Nice” dreef de temperatuur en het energiepijl nog wat hoger op en ook “Troglodyte” scheurde stevig door. De pit nam bij momenten de volledige eerste helft van de Club in, zoals bijvoorbeeld bij “Ain’t No Thief” het geval was. Murphy kronkelde over het podium, gebruikte zijn monitors als zijn nachtkussen en stak ondertussen ook nog eens een sigaretje op. Hoe punk kan je gaan? Wel, het antwoord daarop was het nummer “Sports”. Het zou ons in elk geval niet verbazen als de track werd gemaakt met de mensen van de security in het achterhoofd, want zij hadden hun handen vol met het opvangen van crowdsurfers. Dat aan weerskanten van het podium duidelijk werd aangegeven dat dat niet mocht, maakt het fenomeen Viagra Boys alsmaar sterker. De Club was kapot, StageCo mocht vannacht een nieuwe komen opbouwen. Episch.

Frank Carter & The Rattlesnakes @ Backyard

Pukkelpop wilde de liefhebbers van de harde gitaren ook op het eind van de zaterdag aan zijn trekken laten komen. Met Frank Carter & The Rattlesnakes had de festivalorganisatie een band geprogrammeerd die live altijd goed is en dat was nu niet anders. Muzikaal was de band alleszins heel strak, al mocht het vocaal soms wat beter. Toch weerhield dat niemand ervan om zich volledig te smijten. Met “My Town” schoot de vlam meteen in de pan en niet veel later zorgde “Sticky” voor een eerste moshpit, maar dat was bijlange niet de wildste moshpit van de avond. Bij “Juggernaut” ging het zo ver dat Carter gewoon in de zaal kroop waarna de pit op hem dicht ging. Niet veel later mocht iemand een backflip doen midden in de cirkel, waarna een gigantische circle pit ontstond. Niet rond de tent zoals gevraagd, maar wel groot genoeg om voor een dikke ambiance te zorgen. Die ambiance werd nog wat dikker toen het publiek “Happy Birthday” zong voor de drummer, waarna hij een fles champagne in ontvangst mocht nemen en voor het eerst mocht crowdsurfen. Je leest het, Frank Carter had alles uit de kast gehaald om een erg sfeervolle set te maken met alle elementen om er een dik feest van te maken.

Frank Carter & The Rattlesnakes staat op 11 november in La Madeleine in Brussel.

Gec, maar geniaal! Het zijn drie gevatte woorden die een optreden van 100 gecs het beste omschrijven. Als een verwoestende orkaan trok het duo gisteren over Pukkelpop heen en zoog alles en iedereen mee in de vernieling. De intense techrave werd onderhouden met meezingers als “Doritos & Fritos” en “mememe”, die allebei intussen zoiets als een cultstatus bereikt hebben. Waar de nummers van 100 gecs over gaan? Haast niets en net daardoor ging de halve Castello voor de bijl. De aangevraagde cover van “Wonderwall” kregen we jammer genoeg niet, maar even later maakten ze dat ruimschoots goed met het onmisbare “money machine”. Bruut, grof en een kaakslag om onze avond mee af te sluiten. De tanden rapen we op zondagochtend wel op!

Caribou speelde op Pukkelpop al zijn derde van voorlopig vier shows op Belgische bodem dit jaar (waaronder ook eentje onder pseudoniem Daphni) en die ervaring loonde. De gewezen professor wiskunde bracht in 2020 met Suddenly een album uit dat hij door de coronacrisis niet kon voorstellen, maar profiteert daar, nu het weer kan, klaarblijkelijk uitermate van. Een spot als headliner in de Dance Hall bleek in elk geval niet gestolen, want Dan Snaith deed de naam van de tent alle eer aan.

Heel veel volk was er gek genoeg echter niet voor Caribou, maar dat hield de man en zijn driekoppige band niet tegen om een sterke performance neer te zetten. Nadat opener “New Jade” de toon zette, was het meteen hitje “Odessa” dat voor een eerste ontploffinkje zorgde. Doe daar nog eens een strakke en indrukwekkende lichtshow bij, en je had al snel door dat de afwezigen ongelijk hadden. Zo is de muziek van de Canadees op zich al heel goed, maar gaven alle muzikale extraatjes er een extra dimensie aan. Snaith drumde bijvoorbeeld even om ter best tegen zijn eigen drummer en ook de baslijntjes kwamen lekker binnen. De sfeer zat dus goed en als je nog hitjes als “Never Come Back” en “Can’t Do Without You” achter de hand hebt, weet je dat je een goeie set hebt gespeeld. Het venijn zat ‘m op zaterdag dus veelal in de staart, maar het kwam wel dubbel zo hard binnen.

Caribou staat op 2 september in de Ancienne Belgique in Brussel.

Onze recensie van Tame Impala lees je hier. Alle recensies van Pukkelpop 2022 lees je hier.

Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!

Deze recensies werden geschreven door Niels Bruwier, Simon Meyer-Horn, Cédric Ista, Stephanie Van Tol en Lucas Palmans.

Het vuurwerk was weer geweldig. Thanks nva/vooruit

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Stuur mij een e-mail als er vervolgreacties zijn.

Stuur mij een e-mail als er nieuwe berichten zijn.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Lost your password? Please enter your email address. You will receive mail with link to set new password.