Hightech telefooncel rukt op in Londen - Stadszaken.nl

2021-12-29 07:41:29 By : Mr. Jackson Sun

Mobiele telefonie verdrong de telefooncel uit het straatbeeld. Behalve in Londen. Op bepaalde plekken in de Britse hoofdstad is om de 30 meter een telefooncel te vinden. En als het aan telefoniemaatschappijen ligt, worden dat er veel meer. Anno 2018 zijn het vooral reclamezuilen, maar dan wel mét hoorn.

De komst van mobiele telefonie heeft de oude telefooncellen overbodig gemaakt, maar de telecommunicatiebedrijven hebben nooit afstand gedaan van hun oude rechten in de Londense straten, schrijft de New York Times in afgelopen weekendkrant. 

En de telefoniebedrijven beroepen zich weer massaal op het recht om telefooncellen te plaatsen. Het gaat hierbij niet om de gietijzeren rode telefooncellen die decennialang het straatbeeld van Groot-Britannië bepaalden, maar door hightech telefooncellen met digitale advertentieschermen die de mogelijkheid hebben om voorbijgangers te monitoren. De telefooncellen zijn bovendien niet van Britse bodem afkomstig, maar worden geïmporteerd uit New York.

Op verschillende plekken worden gemeentebesturen overspoeld met telefooncelaanvragen van telecombedrijven. Volgens de New York Times krijgen sommige gemeentes zo’n 900% meer aanvragen dan een paar jaar geleden. De gemeentebesturen zijn hierop een lobby begonnen voor een wetswijziging.

Volgens de New York Times resulteert dit in een gevecht tussen lokale stadsplanners en telecommunicatiebedrijven. Britse regels stellen dat telefooncellen onderdeel zijn van een vitale infrastructuur. Bedrijven die beschikken over de juiste licenties mogen ze daarom blijven bouwen zolang lokale overheden geen bezwaar maken tegen het ontwerp of de plek waar ze komen te staan.

‘Veel van de nieuwe telefooncellen zijn reclamepalen met een telefoonhoorn erop’, zegt John Walker, director of planning van het Westminster City Council in de New York Times. ‘Ze zijn een smet op het landschap’.

Critici vinden dat de overdaad aan deze hightech advertentiezuilen een voorbeeld is van de verloedering van de Britse openbare ruimte, schrijft de New York Times. Toen British Telecom onder Margaret Thatcher in de jaren ’80 werd geprivatiseerd, zijn de telefooncellen van publieke in private handen gekomen. Hiermee is het monopolie op de telefooncellen verloren gegaan.

Sommige telefooncellen lijken op de oude rode telefooncellen, en hebben een zijkant die voor reclame kan worden gebruikt. Andere, zoals de uit New York geïmporteerde InLink-kiosken, zijn zuilen met touchscreen, interactieve kaarten, en elektronische borden die knipperen als er mensen langs lopen. Privacy-advocaten zeggen dat deze borden ook data van de telefoons van voorbijgangers kunnen verzamelen. Deze borden zijn een samenwerking tussen BT, het voormalige British Telecom, Intersection - een smart cities bedrijf met een link met het moederbedrijf van Google - en Alphabet, een specialist in buitenreclame.

Volgens de New York Times staat in planningsdocumenten dat de InLink-kiosken dingen als 'voetgangersbewegingen' anoniem kunnen 'monitoren'. Dit baart zorgen over of de zuilen iedereen kunnen volgen wiens telefoon binnen het wifi-bereik komt. De kiosken zijn uitgerust met camera's, alhoewel BT zegt dat deze nog niet zijn ingeschakeld.

‘In de Britse straten wordt een infrastructuur gevormd voor een surveillancenetwerk’, zegt Adrian Short in de New York Times, een data-analist die een webportaal heeft gebouwd om InLink-applicaties te volgen. ‘En gemeentebesturen kunnen het niet weigeren, of hebben niet het gevoel dat ze dat recht hebben.’

Walker beschrijft hoe inmiddels de aanvragen - soms met tientallen tegelijk - in stapels op zijn kantoor in Westminster aankomen. En dan begint de klok te tikken, want als er niet binnen 56 dagen bezwaard wordt ingediend door de gemeente, dan heeft het telefoonbedrijf het recht om te beginnen met bouwen.

Het formuleren van zo’n bezwaar is een moeizaam proces, waarvoor de planners input moeten vragen van verkeersspecialisten en bedrijven uit de buurt.

Matthew Carmona, hoogleraar stedenbouw aan het University College in Londen, zei in de New York Times dat de situatie 'beleidsmakers enigszins heeft verrast'. De telefooncellen werden sinds de komst van mobiele telefonie nauwelijks meer gebruikt. ‘De telecombedrijven ontdekten dat zij er op een andere manier geld aan konden verdienen, en daarmee de regels konden omzeilen’.

Door de oude hokjes te vervangen door kiosken die op het internet zijn aangesloten, zeggen de telefoonbedrijven dat de straten er opgeruimder uit zien en dat toeristen moderne tools geven om door de stad te navigeren. Dit resulteert in meer oproepen en veelvuldig gebruik van de touchscreens. Neil Scoresby, algemeen directeur van betaaltelefoons van BT en InLink, zei in de New York Times dat het bedrijf zich aan de planningswetten hield en dat hij heeft ingestemd met het verwijderen van een cel die een gemeenteraad niet wilde.

Volgens de New York Times heeft InLink gezegd dat het bedrijf alleen unieke ID's opslaat voor de telefoons van mensen nadat ze zich hebben aangemeld voor de service en op dit moment de voetgangers niet volgen.

De Londense gemeente Westminster heeft in de afgelopen twee jaar ongeveer 175 aanvragen voor nieuwe of vervangende telefooncellen afgewezen. Maar de telefoonbedrijven kunnen een beroep doen op een inspecteur van de overheidsplanning om ze toch op te zetten.

Op dit moment zoekt de gemeente naar bredere bevoegdheden. In augustus diende het een vordering in bij het Hooggerechtshof om de planningsinspecteur te vragen te overwegen of er, afgezien van hoe de cellen er uit zien en waar ze staan, überhaupt behoefte aan is.

Walker zei in de New York Times dat Westminster een beter idee heeft voor wat er in plaats van de oude telefooncellen zou moeten komen. ‘We hebben liever een boom’, zegt hij.

AI-software ondersteunt het werk van gebiedsontwikkelaars door rekenkracht: op basis van data en parameters kunnen architecten en ontwikkelaars in een digitale laag aan projecten werken en nauwkeurig effecten als zoninval, hittestress en uitzicht berekenen. Heijmans maakt al enkele jaren gebruik van algoritmen: ‘Het is een vliegwielconstructie voor snellere kennisontwikkeling.’ Ook BPD waagt zich nu aan de kunstmatige intelligentie. >>

Het aankomend kabinet focust eerst op de kansen en dan op de bedreigingen van digitalisering, analyseert Jan-Willem Wesselink. Dat is prettig, want kansen missen, is pas echt bedreigend. ‘Maar we zijn er natuurlijk nog lang niet. Want al die mooie voornemens moeten nu wel worden opgepakt door de verschillende departementen en het liefst onder supervisie van een eigen Minister voor Digitale Zaken.' >>

Om alle aanbieders van deelmobiliteit en andere services binnen mobiliteithubs op de reiziger af te stemmen, is volgens WeCity een centraal regisserend en digitaal systeem nodig. Zij roepen overheden op om goed na te denken over de operationaliteit van hubconcepten door ‘digitale parkmanagers’ toe te voegen. Lector Lector Paul van de Coevering legt uit waar de kansen liggen, maar zet ook een kanttekening. >>

De vijf grootste Brabantse steden en de provincie koppelen hun glasvezelinfrastructuur in de BrabantRing, een netwerk van digitale verbindingen tussen verschillende aanbieders. Het aangesloten net moet voor veilige dataverbindingen buiten het reguliere internet zorgen en de ambities en koppositie van de Brainport-regio waarborgen. >>