Na 20 jaar stopt Apple definitief met de iPod. De iconische muziekspeler blijft nog te koop zolang de voorraad strekt, zo heeft het Amerikaanse technologiebedrijf dinsdag bekendgemaakt, maar daarna worden er geen nieuwe exemplaren meer gemaakt. Voor muziekliefhebbers zal het toestel voor eeuwig legendarisch blijven.

Toenmalig Apple-topman Steve Jobs, overleden in 2011, introduceerde de iPod in oktober 2001. Op dat moment waren er al MP3-spelers van allerlei merken op de markt, waarmee muziekliefhebbers hun favoriete liedjes overal met zich mee konden nemen. Maar veel geheugen hadden die dingen toen niet. De iPod ontketende een revolutie met een geheugen van 5GB. Dat was goed voor duizend nummers, zo beloofde Apple toen. Zeker in combinatie met de iTunes Store, waar je legaal muziek kon downloaden, werd de iPod immens populair.

Doorheen de jaren won het toestel alleen maar aan aanzien. Zeker de versie met het bedieningswiel, de iPod Classic, werd legendarisch en een hebbeding voor muziekliefhebbers door het erg grote interne geheugen. Apple probeerde hetzelfde succes na te jagen met de kleinere iPod Nano en iPod Shuffle, maar die waren minder populair. In 2014 werd de productie van de klassieke iPod stopgezet, in 2017 die van de Nano en de Shuffle. Bleef over: de iPod Touch, met zijn aanraakscherm de voorloper van de iPhone. Die kreeg in 2019 nog een upgrade, maar verdwijnt nu ook helemaal.

Apple meent dat zijn andere, duurdere, producten de iPod overbodig maken. De laatste iPods kosten momenteel bij Apple zelf minstens 238,35 euro. De nieuwste versie van de goedkoopste iPhone, de iPhone SE, kost minstens 530,20 euro.

Wil jij toegang tot alle artikels van Het Nieuwsblad? Duik in onze plusartikels en lees er elke maand 3 naar keuze gratis.