Groen als bindmiddel: Utrechts bedrijventerrein transformeert van kantorencomplex tot open campus - Stadszaken.nl

2022-07-29 22:40:37 By : Mr. kong kingllen

'Verbind vijf bedrijfsgebouwen met elkaar en creëer een groene, centrale verblijfsruimte in de buitenlucht.' Zo ongeveer klinkt in 2016 de opdracht van MN Services en PARK4ALL voor de herinrichting van bedrijvencampus Secoya in Papendorp in de gemeente Utrecht. Een team van landschapsarchitecten van het Amsterdamse bureau Rijnboutt neemt de handschoen op. 'Er wordt dankbaar gebruikgemaakt van de buitenruimte.'

Dit artikel stond oorspronkelijk op de site van Stad+Groen, geschreven door Paul van der Sneppen. Het maakt onderdeel uit van de artikelenreeks Landschapswandelingen.

Over het centrale plein verspreid zitten mensen in de voorjaarszon. Er wordt overlegd, een sigaret gerookt en wanneer het lunchtijd is, nemen groepjes mensen plaats aan de terrastafels om samen te eten. 'Precies zoals het is bedoeld', zegt Thumann. Het plein dient als verblijfsruimte, een ontmoetingsplaats in de buitenlucht. Op Secoya zitten verschillende bedrijven waaronder een horecagelegenheid, direct aan het plein. Ook herbergt de campus een actief servicepoint dat op het centrale plein evenementen organiseert. 'Dat kan een culinaire happening zijn met foodtrucks, maar ook live muziek of een sportevenement. Dat voegt allemaal waarde toe aan de campus. Het trekt mensen aan, zzp'ers bijvoorbeeld die hier incidenteel gebruik komen maken van kantoor- en vergaderruimtes. Voor al die mensen en evenementen is hier op dit plein ruimte gemaakt.'

Die ruimte wordt door gebruikers gedeeld met beplanting, veel beplanting, want groen speelt hier de onbetwiste hoofdrol. Alles wat op het plein gebeurt, speelt zich af rondom een vijftal eilanden waar weelderig groen in groeit. Mensen bewegen zich tussen de groene eilanden door over verharding waarop terrasmeubilair losjes is rondgestrooid. 'Een paar honderd mensen moeten hier tijdens een evenement comfortabel kunnen rondlopen. Er is hier dus naar een balans gezocht tussen groen en leefruimte', vertelt Thumann over het ontwerp. De opdrachtgevers besluiten in 2016 het bedrijventerrein opnieuw in te richten. Alle vijf de bedrijfsgebouwen op het terrein waren daarvóór lang verhuurd geweest aan één huurder. Wanneer die vertrekt, willen de eigenaren het terrein transformeren tot een aantrekkelijke vijfsterren-multi-tenant-kantorencampus waar mensen en bedrijvigheid elkaar opzoeken.

Groene eilanden kleden het plein aan, maar laten voldoende ruimte voor straatmeubilair en nooddiensten. Foto: Stad+Groen.

Het nieuwe campusconcept komt voor een belangrijk deel uit de koker van een brandingbureau dat door de opdrachtgevers in de arm is genomen. Er vindt tussen de landschapsarchitecten en de merkstrategen een multidisciplinaire kruisbestuiving plaats, waarin de transformatie zijn beslag krijgt. Het grijze, functionele karakter van het oude Secoya maakt plaats voor een gevarieerd en kleurrijk kantorencomplex, waarin vooral het landschap en de parkeergelegenheden flink op de schop zijn genomen. In 2018 wordt de bedrijvencampus nieuwe stijl opgeleverd. 'Het is boeiend om met merkstrategen naar zo'n opdracht te kijken. Het zijn ook ontwerpers, maar op een andere manier. Ze kijken door een andere bril. Hun initiële presentatie ging heel erg over mensen en hun lifestyle. We hebben met ze gesproken over doelgroepen, over leefstijlen, over plezier in je werk en wellness. Wat willen de gebruikers van de Secoya-campus en hoe creëer je een prettige werkomgeving voor hen?'

Om de visie op de nieuwe bedrijvencampus te realiseren, werden er ook voorzieningen toegevoegd die op het eerste gezicht misschien niet associaties oproepen met kantoorwerk. Er is horeca, er zijn deelfietsen en er is een fitnessruimte.

'Het is dus de bedoeling dat de gebruikers op de campus veel meer doen dan alleen werken. Daar moeten we bij de inrichting rekening mee houden. Mensen komen hier rust en ontspanning zoeken, maar er worden bijvoorbeeld ook bootcamps gehouden. Je moet er dus lekker in de zon of in de schaduw kunnen zitten, maar ook de ruimte hebben om met een groep rondjes te rennen en push-ups te doen.'

Om die ruimte te maken, moesten de ontwerpers nieuwe oplossingen zoeken voor de parkeerbehoefte op het terrein. In het oude ontwerp was het centrale plein een parkeerplaats van asfalt. Er waren bankjes om op te zitten en enkele borders met groen.

Ronde vormen moesten het een en ander een wat speelser karakter geven, maar erg aantrekkelijk oogde het oorspronkelijke ontwerp zeker niet en ruimte voor mensen en groenvoorzieningen was er al helemaal niet. 'Het oorspronkelijke ontwerp was ooit aantrekkelijk, maar is door de jaren heen aangetast door de almaar groeiende parkeerbehoefte op het terrein.'

Daarom zijn de auto's in de nieuwe opzet verplaatst naar een compacte, nieuwe parkeergarage naast de ingang van de campus. Die heeft twee parkeerlagen. De rest van de parkeerplaatsen is verplaatst naar bestaande en uitgebreide parkeerdekken en souterrains. Daarmee is het hele centrale plein vrijgespeeld voor de nieuwe bestemming. In principe komen er geen auto's meer op het plein. Alle verkeer, met uitzondering van nooddiensten en misschien een enkele leverancier, wordt via een verkeerslus onder de gebouwen door langs de parkeergelegenheden geleid. De bestrating is samengesteld uit drie verschillende kleuren grijs, om een visuele verbinding te maken met de grijze gevels van de gebouwen. Met die drie kleuren zijn verschillende, duidelijk onderscheidende combinaties gemaakt, die elk een functionaliteit vertegenwoordigen. Er zijn bijna geen drempels of randen gemaakt. Automobilisten kunnen aan het wegdek zien hoe ze de natuurlijke verkeersloop kunnen volgen, zo is de gedachte. 'Maar kennelijk lukt dat niet helemaal zoals bedacht', merkt Thumann op. 'Ik zie toch dat er hier en daar paaltjes zijn neergezet om te verhinderen dat auto's het plein op rijden.'

Het grijs van de bestrating en de gevels komt terug in de houten wanden die parkeergelegenheden scheiden van de open ruimte. 'Die wanden houden natuurlijk de auto's buiten het zicht. Maar ze vormen ook één van de verbindende visuele elementen tussen de gebouwen, een belangrijk inrichtingselement dus, waaraan we veel aandacht hebben besteed.'

Het Secoya-terrein in 2016: auto's domineren het straatbeeld. Foto: Rijnboutt

Thumann: 'We hebben gekozen voor hout, omdat het mooi past in de natuurlijke omgeving die we wilden creëren, maar wel hout dat van tevoren voorvergrijsd is. Dat geeft een mooie grijze kleur aan het materiaal, die goed in het totaalplaatje past. Onbehandeld hout verkleurt weliswaar onder invloed van regen en zon, maar nooit helemaal egaal. De inwerking van zon en regen is nooit overal precies hetzelfde, dus krijg je kleurverschillen. Nu zien we overal dezelfde kleur en ik vind dat het goed past in het geheel.'

De scheidingswanden mochten geen schrootjeswanden worden, vond Thumann. Bovendien moest ook rekening gehouden worden met brandweervoorschriften met betrekking tot ventilatie en licht. Er is gezocht naar een halfopen constructie die licht en lucht doorlaat, maar wel de geparkeerde auto's uit het zicht houdt. Gekozen is uiteindelijk voor een lamellenconstructie.

'Dat was geen sinecure. We zijn lang bezig geweest met het maken van een ontwerp dat een fraai beeld oplevert en ook aan alle andere eisen voldoet.' Uiteindelijk werden er twee panelen ontworpen met lamellen die in verschillende combinaties naast elkaar geplaatst werden. 'Twee panelen die elk ook nog gespiegeld kunnen worden, dus vier verschillende in totaal. Dat geeft al veel variatie. En dan natuurlijk nog de combinaties waarin ze worden afgewisseld. Ik vind het goed geslaagd. De kleur, de dynamiek van de verschillende variaties, de lichtinval. Het klopt.'

Groenvoorzieningen vormen het andere verbindende element tussen de gebouwen. Overal zijn bomen, planten en gras te zien. Ook de samenstelling van de beplanting kan Thumanns goedkeuring nog steeds wegdragen. Het staat er mooi bij. 'De bomen op het plein zijn flink gegroeid. We hebben gekozen voor wat grotere bomen, een meter of twee zeker wel. Daar is inmiddels wel twee tot drie meter bijgekomen, schat ik zo. Ze zijn ook mooi vol, maar ze staan hier dan ook in de volle grond, een mooie groeiplaats.'

Er is gekozen voor verschillende soorten Prunus, om de bloeitijd te verlengen. 'Ze hebben allemaal hun eigen bloeiperiode. Zo heb je afwisselend verschillende kleuren bloesem, de ene keer lichtroze, dan weer wit of donkerroze. Dat geeft een mooi beeld. In de herfst krijgen ze prachtige oranje bladeren. In de winter zijn de meeste bomen kaal, behalve één Prunus die dan bloeit. Dat is een heel apart gezicht.'

De lage beplanting op het plein bestaat uit een heel scala aan verschillende planten en grassen. Geprobeerd is om de bloeiperiode zo lang mogelijk te rekken. 'Het idee is dat er altijd iets gebeurt in de plantenvakken. Het moet altijd mooi zijn, maar wel steeds met een andere uitstraling.'

Uitgebloeide bloemen blijven gewoon staan. 'Dat is niet alleen uit beheertechnische overwegingen. Het geeft ook een mooi beeld; alles wordt dan een beetje bruinig, maar ook heel mooi.' Verderop, tegen één van de gebouwen, is een heuvel met gras aangelegd. Daar valt Thumann op dat niet alles volgens plan is gegaan. 'Ik mis hier drie mammoetbomen (Sequoiadendron giganteum). Het waren er vijf, maar ik zie er nog maar twee.'

De heuvel is aangelegd om een bestaande constructie, een verhoogde oprijlaan voor auto's, te maskeren. Ooit werd die gebruikt om leveranciers toegang te verschaffen tot de ingang, die bij twee van de vijf gebouwen op de eerste verdieping ligt. 'Dat vonden we een rare constructie. Maar we moesten in dit project steeds werken met wat er al was. We konden niet overal bestaande constructies weghalen. Vandaar dat we er een trap en een grasheuvel tegenaan hebben gemaakt. We wilden niet dat het landschap ergens op de begane grond abrupt eindigt in een parkeergarage. De groene heuvel die tegen de gevel op kruipt, betrekt het gebouw bij de het landschap tussen de bebouwing.'

De grasheuvel verklaart misschien het mysterie van de drie verdwenen Sequioiadendrons. Die is namelijk voor een belangrijk deel opgetrokken uit piepschuim (eps), omdat ondergrondse infrastructuur het gewicht van een grote hoeveelheid grond niet kan dragen. In de eps-constructie zitten uitsparingen die als groeiplaats moeten dienen voor de Sequoiadendrons. 'Ik kan me voorstellen dat ze het te zwaar hebben gehad, dat de wortels misschien te diep moesten reiken om bij het grondwater te komen. Feit is dat er drie bomen weg zijn. Dat is jammer.'

Een lamellenwand houdt geparkeerde auto's uit het zicht. Foto: Stad+Groen

Aan de andere kant van het centrale plein is een soortgelijke oprijlaan bewaard gebleven. Die geeft toegang tot een parkeerdek op de eerste verdieping. Hier ziet Thumann nog wel kansen om haar ontwerp te vervolmaken. 'Vooral het asfalt doet een beetje pijn aan de ogen. Dat konden we overal weghalen, maar hier is dat niet mogelijk. Ook hadden we hier nog iets willen doen met plantenbakken, om vanuit de entree van het gebouw een mooi loopje te maken naar het centrale plein. Maar ook hier beperkt de bestaande constructie de mogelijkheid om zware inrichtingselementen toe te voegen.' Naast de ingang tot het gebouw staat wel nog een plantenbak met Buxus en Pachysandra. 'Het is beter dan niets. Maar eigenlijk staan deze plantenbakken alleen maar op het terrein omdat ze zijn overgebleven na de herinrichting. Ze staan hier nu een beetje verloren. We hadden graag iets gedaan op dit dek om alle mooie, groene zichtlijnen die we hebben gemaakt tot aan dit gebouw door te trekken.'

Even verderop ziet Thumann nog een dissonant. Vanuit een van de parkeergarages steken de neuzen van auto's in het groen. Het beeld onderstreept eigenlijk hoe goed het elders op het binnenterrein is gelukt om de vele geparkeerde auto's uit het beeld te bannen. 'Maar hier is iets blijven liggen. Eigenlijk wilden we deze parkeerplaatsen met heesters camoufleren. Omdat de parkeervakken niet geheel binnen de bestaande constructie liggen, kan hier geen lamellenwand worden gemaakt. Maar met een groep wilgen kan het makkelijk opgelost worden. Het is er gewoon niet van gekomen. Dat kan altijd nog natuurlijk. Een paar wilgen plaatsen is niet zo duur.' De rondgang over Secoya, vier jaar na de oplevering, stemt Thumann tevreden. 'Het staat er mooi bij en het wordt goed gebruikt. Daar is het mij om te doen. Losse eindjes zijn er altijd en soms moet je ook iets van je oorspronkelijke ideeën opgeven, omdat het te duur of te ingewikkeld wordt bijvoorbeeld. Daar sta ik dan niet te lang bij stil.'

Twee projecten in Den Haag zijn genomineerd voor de zesde uitreiking van de Steenbreektrofee. In de categorie Maatschappelijke Initiatieven is Groene weelde aan het Haegsch Hof genomineerd en in de categorie professionals dingt Wijkpark Cromvliet mee. Andere genomineerden zijn Leiden, Zwolle, Groningen en Tilburg. De winnaars worden tijdens de Nationale Groendag op dinsdag 27 september in Almere bekendgemaakt.  >>

In Amsterdam Zuidoost komt in 2024 een ‘barrio lobi’, een duurzame en inclusieve wijk die wordt ontworpen door woningbouworganisatie Wonam en vier architectenbureaus samen en met buurtbewoners en lokale ondernemers. De participatiemethode leidde onder andere tot het idee van een woonvereniging met gedeelde diensten en ruimtes. >>

Een campagne in de recreatiegebieden van Groengebied Amstelland en in het Twiske-Waterland bij Amsterdam roept weggebruikers op om begrip voor elkaar te hebben. De ‘Met elkaar overweg’-campagne was al te zien in gemeenten van de Vervoerregio Amsterdam. Dit is het eerste jaar dat de campagne loopt, maar de ambitie is om dit jaarlijks terug te laten komen, zoals de BOB- en ‘Wij gaan weer naar school’-campagnes.  >>

Honderd dagen lang trekken 1.200 bomen door de binnenstad van Leeuwarden. Het grootschalige kunstproject BOSK vestigt met een cultureel programma de aandacht op de relatie tussen mens en natuur. Op de elf locaties die BOSK aandoet, ontregelt het evenement flink: ‘Laat die bomen hier maar gewoon staan!’ >>

Vul hier uw gegevens in om direct het whitepaper groen kapitaal te ontvangen.